NIEUWS / NIEUWSBERICHTEN 2015

Nieuwsbericht 197: 'Jongere wil wél vast contract’

Bron: PWdegids.nl 17 maart 2015

Werkgevers denken te weten wat jongeren willen: geen vast contract. "Zo wensdenken ze de nieuwe werknemer bij elkaar", zegt CNV-voorzitter Maurice Limmen.

Limmen doet deze pittige uitspraak in zijn column op de site van de CNV. Hij reageert op de uitspraak van de gewezen MKB-voorzitter Hans Biesheuvel in het dagblad Trouw, afgelopen dinsdag. Biesheuvel – tegenwoordig initiator van ONL, een nieuwe club die de belangen van ondernemend Nederland vertegenwoordigt – stelt dat jongeren helemaal geen vast contract meer willen. “Een typisch voorbeeld van het niet-realistische wensdenken, wat we tegenwoordig vaker zien bij werkgevers, over de arbeidsmarkt”, aldus Limmen.

Beeld over jongere werknemer
“Het wensdenken van Biesheuvel zit in zijn beeld over de werknemer van de toekomst. Biesheuvel en veel werkgevers schijnen precies te weten wat de jongere werknemer wil en doet. Ze scheren daarbij alle jongeren over één kam. Vervolgens projecteren ze dat zelfbedachte beeld van de jonge werknemer op alle werknemers. En vergeten ze bovendien dat een jongere werknemer ooit ouder wordt”, schrijft Limmen.

Jongere heeft geen keus
Dat jongeren geen vast contract meer willen, is onzin volgens Limmen. “Vorige week bleek uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat dat beeld nogal genuanceerd ligt. Jongeren starten vaak in een flexibel contract en lijken daar in het begin ook wel mee uit de voeten te kunnen. Maar een flexcontract is voor veel jongeren geen vrije keuze, maar realiteit omdat werkgevers zich niet meer durven te verbinden met hun medewerkers.”

Als voorbeeld citeert Limmen een vrouw van 28 uit het CBS-rapport die het wel relaxed vindt om een vast contract te hebben nu ze zwanger is.  Dit geeft de kern goed weer, stelt Limmen. “De jonge – of zoals Biesheuvel en anderen het noemen: de moderne – werknemer wordt uiteindelijk ook ouder. En met groeiende verplichtingen als een huis, een kind of mogelijk zorg voor zieke ouders, wordt zekerheid steeds belangrijker. Een flexcontract biedt die zekerheid niet.”

Veel werkgevers wensdenken volgens hem zo de moderne werknemer bij elkaar. “En die niet-bestaande werknemer is een flexwerker, het liefst zelf verantwoordelijk voor werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid, zodat de ondernemer goede winsten kan maken. Een flexwerker die het zijn leven lang kennelijk niet uitmaakt of hij morgen nog een baan heeft.”

Realiteitszin bij werkgevers
Volgens Limmen zou het goed zijn als werkgevers hun roze bril afzetten en terugkeren naar de realiteit. “Want de Nederlandse arbeidsmarkt is niet af. Verre van dat. Thema’s als de doorgaande flexibilisering, de gevolgen van de toenemende arbeidsmigratie en de stijging van het aantal zzp’ers vragen veel aandacht. Oplossingen vanuit polder of politiek komen niet vanzelf. Daarbij is realiteitszin bij álle partijen hard nodig.”

Auteur: Jeannette Beentjes

terug