Noloc erkend coach
nieuws
sinds 2004
Voor persoonlijke begeleiding op maat, bij het zoeken naar werk dat past bij uw talenten en kwaliteiten.
Voor loopbaanbegeleiding, re-integratie, outplacement, iro.
 

NIEUWS / NIEUWSBERICHTEN 2015

Nieuwsbericht 211: ‘Ik geloof niet in billen-wassende robots’

Bron: Intermediair magazine 23 mei 2015


Menno Lanting over de toekomst van werk

Ja, we leven in een tijdperk waarin werk revolutionair verandert. En nee, de robots nemen het niet over, stelt Menno Lanting. Wel loopt de grote organisatie volgens hem op haar laatste benen. ‘De Britse telecomspeler giffgaff heeft maar 75 mensen in dienst.’

7 principes van wendbaar werken

Lanting onderscheidt in zijn boek Olietankers en speedboten zeven principes van wendbaar werken, leren en ondernemen. Dit zijn in zijn ogen de competenties van de toekomst:

      1. Steeds falen en weer opstaan (fouten durven maken).
      2. Een leven lang leren: leerling en leraar tegelijk.
      3. Persoonlijk contact.
      4. Slimmer en sneller werken en leren (bijvoorbeeld via Twitter).
      5. Transparantie.
      6. De juiste balans tussen werk en privé.
      7. Omring je met talent.

Met een moderne, self made loopbaan is Menno Lanting een telg van zijn tijd. Hij werkte voor gestrande start-ups, moderniseerde de marketing bij opleidingsinstituut De Baak en startte in 2010 zijn eigen zaak. Hij laat zich inhuren als adviseur en strateeg, maar heeft zich vooral ontwikkeld tot spreker en auteur over technologie en organisaties. In het boek Olietankers en speedboten, wendbaar werken in de 21e eeuw beschrijft hij hoe de werkelijkheid van werk op zijn kop wordt gezet door automatisering. Hij lokt zijn lezers uit de tent met prikkelende oneliners als: ‘Geavanceerde algoritmen zullen naar verwachting 140 miljoen fulltimebanen van kenniswerkers vervangen.’

Gaan er banen dankzij technologie verdwijnen?
‘Er verandert beslist heel veel. We ondervinden de gevolgen van een nieuwe automatiseringsrevolutie. We gaan definitief over van het industriële tijdperk naar het netwerktijdperk. We hebben eerst het fysieke werk geautomatiseerd, nu volgt het kenniswerk. De automatisering van administratief werk neemt op dit moment een vlucht. Maar dat is nog maar het begin.’

In je boek vertel je over vuilnisophaaldiensten die dankzij slimme software het aanbod kunnen inschatten, waardoor ze veel minder mensen nodig hebben. Waar zullen de komende jaren de meeste banen verdwijnen?
‘Dat is niet te voorspellen. We stappen te vaak in de valkuil dat we denken te weten hoe de technologie zich zal ontwikkelen. Dat er veel verandert staat vast, maar niet welke gevolgen dat precies heeft. Niemand had jou tien jaar geleden kunnen voorspellen dat ze in de Amerikaanse stad Philadelphia dankzij technologie van 33 naar 17 vuilnismannen en -vrouwen zouden gaan.
Zo is het ook lastig om te voorspellen welke banen er de komende twintig jaar gaan verdwijnen. Je ziet wel dingen aankomen. Zo signaleert de ANWB nu al een terugloop van de hulpvraag bij de Wegenwacht door storingsdetectie in auto’s. Als zoiets op jouw organisatie afkomt, is het de kunst om nieuwe niches te vinden. Een oplossingsrichting voor de ANWB kan zijn dat ze storingen in oplaadpalen verhelpen.’

Hoe snel gaan die veranderingen?
‘Snel, maar wel geleidelijk. Het blijft een overgangssituatie. Mensen houden niet van verandering. Ze veranderen minder snel dan de technologie. Dat vertraagt de ontwikkeling.’

Is eigenlijk al duidelijk hoeveel banen er dreigen te verdwijnen?
‘De schattingen lopen uiteen. Je hoort van alles, van 10 tot 50 procent in de komende decennia. Maar ook dat is onvoorspelbaar.’

In hoeverre zal dit tot ‘technologische werkloosheid’ leiden?
‘Daar hoef je niet al te bang voor te zijn. De rode draad in de geschiedenis is dat bepaalde soorten banen verdwijnen en andere verschijnen. We zijn al eens overgegaan van overwegend boeren in een agrarische samenleving naar overwegend arbeiders in een industriële samenleving. Nu zullen opnieuw veel functies verdwijnen. Maar daarvoor in de plaats komen nieuwe, zoals game designer of data-analist.’

Jij gelooft niet in een wereld waarin de robots het meeste fysieke werk overnemen?
‘Nee. De mens wil die science fiction niet. De behoefte aan persoonlijk contact, zoals in de zorgsector, blijft bestaan. We moeten technologie niet gebruiken als persoonlijk contact waardevol is. We accepteren dit ook niet, zoals bleek uit de volledige automatisering van de servicedesks van grote organisaties.
Toen bedrijven daarin doorschoten, kwam er een tegenbeweging: we willen weer een mens van vlees en bloed aan de lijn krijgen. Verder zie je een herwaardering van mensen die een vak, zoals stratenmaker, tot in de puntjes beheersen.’

Toch groeit het geloof dat robots ook taken kunnen overnemen die met menselijk contact te maken hebben. In landen die sterk vergrijzen, zoals Japan, werken ze aan zorgrobots met teddybeerhoofden. En deze zomer zullen bij het Nederland-pretpark ‘Huis ten Bosch’ in Nagasaki robots aan de balie staan …
‘De denkfout is dat we voor automatisering óf voor persoonlijke aandacht moeten kiezen. De waarheid ligt in het midden. Ik zie het nut van treinkaartjes kopen uit een automaat en ook het nut van nauwkeurige robots die operaties op patiënten uitvoeren. Aan de andere kant geloof ik niet zo in robots achter een balie of billenwassende robots.’

Welke mensen krijgen het zwaar als gevolg van de overgang naar een netwerksamenleving?
‘Mensen die zich moeilijk kunnen aanpassen en een hekel hebben aan leren. Want veel vakken zullen volledig verdwijnen en worden vervangen door nieuwe. Daarnaast denk ik dat managers en stafleden het zwaar krijgen.’

Waarom?
‘Zij kunnen hun meerwaarde steeds moeilijker aantonen. In de industriële samenleving werkten grote, hiërarchisch geleide organisaties goed. In het netwerktijdperk zijn sturing door management en staf echter veel minder nodig. Een bekend voorbeeld is thuiszorgorganisatie Buurtzorg, waar de verpleegkundigen zelf bijna alles regelen, inclusief de planning. Dat is mede mogelijk dankzij een online tool en smartphones.’

Voor wie is de ontwikkeling naar een netwerksamenleving gunstig?
‘Creatieve en flexibele mensen die handig zijn in matchen en uitbesteden. Of zelfstandigen die goed zijn in het uitventen van hun talenten. De trend naar flexibilisering en verzelfstandiging zet verder door en bedrijven maken er ook handig gebruik van. Hoewel je dat niet verwacht van het grote en gerenommeerde NASA, heeft deze organisatie een innovatieafdeling die werkt met 30 procent freelancers. Deze Advanced Exploration Systems Division huurt zelfstandigen in om voertuigen op Mars te krijgen.’

Wat kunnen we hiervan leren?
‘Succesvolle organisaties stellen niet het contract, maar het talent centraal. Ze zoeken eerst naar mensen die ze goed vinden, om pas daarna na te gaan welk contract daarbij past. Soms is dat een vaste kracht, een andere keer een zelfstandige.’

Je gelooft niet dat iedereen uiteindelijk een zelfstandige wordt?
‘Nee. De meerderheid van mensen heeft de voorkeur voor een vaste baan. De behoefte aan zekerheid en het verlangen om ergens bij te horen is groot.’

Volgens jou gaan we wel naar kleine, wendbare organisaties. Die gaan het winnen van grote logge organisaties. Maar Google is toch in no time van het een in het ander veranderd? En je verwacht toch niet dat Shell het verliest van een kleine uitdager?
‘Je houdt een kleine buitencategorie van bedrijven die zo veel middelen hebben, dat ze moeilijk uit te dagen zijn. Maar buiten die uitzonderingen geloof ik dat olietankers – zoals ik grote logge organisaties noem – het lastig krijgen.
Ze krijgen steeds meer concurrentie te duchten van speedboten. Dat zijn kleine, wendbare, informele organisaties met een minimum aan management en staf die gefocust zijn op klanten en toegevoegde waarde.’

Dat soort bedrijven bestaat toch al eeuwen?
‘Het verschil is echter dat je tegenwoordig relatief weinig middelen en mensen nodig hebt om een serieus bedrijf op te zetten, zeker in de dienstverlening.’

Kun je een voorbeeld noemen van zo’n speedboot?
‘Iedereen kent het bedrijf Uber dat de taxibranche uitdaagt. Een minder bekend voorbeeld is de volledig online georganiseerde Britse telecomspeler giffgaff. Zij hebben meer dan een miljoen klanten – ze noemen ze leden – die heel veel voor het bedrijf doen: marketing, klantenservice (via een message board), administratie en innovatie. Deze leden krijgen een beloning voor dit werk in de vorm van virtuele spaarpunten die voor geld of producten in te wisselen zijn. Dit bespaart het bedrijf kosten. Zo kan het dat giffgaff nog geen 75 mensen in dienst heeft.’

Auteur: Joost Bijlsma

Beeld: Frank Groeliken

 

terug


 

Oog voor werK: voor persoonlijke begeleiding op maat, bij het zoeken naar werk dat past bij uw talenten en kwaliteiten.
Voor loopbaanbegeleiding, re-integratie, outplacement, iro. Denken in mogelijkheden, niet in beperkingen.
Gevestigd in Amersfoort, werkt landelijk.

© OogvoorwerK.nl (2019)
Amersfoort
Nederland